Palmolie: een uitgebreid verslag over waarom en hoe je het kunt vermijden

Steeds vaker hoor ik dat mensen bezig zijn om producten met palmolie te vermijden. Ik zocht uit wat de problemen met palmolie nou eigenlijk zijn en wat je moet weten om zelf ook palmolie te vermijden.

De problemen van palmolie

Palmolie wordt gewonnen uit de pulp van de oranjerode palmvrucht. Dit gebeurt met name in Maleisië en Indonesië. Omdat palmolie relatief goedkoop is, wordt het in eindeloos veel voedingsmiddelen, verzorgingsproducten en biodiesel gebruikt. Via onder andere Ahold, Unilever en FrieslandCampina is Nederland de grootste Europese afnemer.

Het gebruik van palmolie op zich is niet het probleem. De opbrengst per hectare land is veel hoger dan voor andere plantaardige oliën en met het gebruik van palmolie zijn de schadelijke transvetten inmiddels vrijwel volledig uit ons voedsel verdwenen.

De manier waarop palmolie gewonnen wordt, leidt echter wel tot grote problemen voor zowel de levens- en arbeidsomstandigheden van de lokale en regionale bevolking, en voor de biodiversiteit van de gebieden waar de productie plaatsvindt. Met de snel groeiende vraag naar palmolie worden deze problemen extra nijpend.

Vernietiging van regenwouden

Misschien wel het bekendste probleem dat de productie van palmolie met zich meebrengt, is dat er enorme stukken regenwoud verdwijnen om plaats te maken voor de oliepalmen. Meer dan de helft van alle regenwouden in Indonesië zijn in de afgelopen jaren verdwenen en voor een extra 20% is al toestemming gegeven.

Met name in Indonesië worden enorme stukken bos afgebrand, waarbij veel CO2 en fijnstof vrijkomt. Door het verdwijnen van het regenwoud neemt erosie toe en veranderen de neerslagpatronen. Het overgebleven bos is gefragmenteerd en er wordt illegaal gekapt.

Omdat juist die tropische regenwouden zo rijk aan soorten zijn, gaan hele ecosystemen voorgoed verloren. De orang oetans die ons met hun grote onschuldige ogen aankijken nadat ze uit de bosbranden gered zijn, staan symbool voor de ecologische schade die aangericht wordt bij de grootschalige ontbossing. Maar ook de tijgers, neushoorns, olifanten, tropische vogels en zeldzame plantensoorten worden ernstig bedreigd in hun bestaan.

regenwoud palmolie borneo
Afname van het oppervlak aan regenwoud in Borneo. Afbeelding van Mongabay

Nadelen voor de lokale en regionale bevolking

Mensen die voorheen van het bos leefden, verliezen hun bron van voedsel, brandstoffen en inkomsten met de komst van palmolieplantages. Terwijl de grote bedrijven het land in gebruik nemen om veel geld te verdienen, gaan de oorspronkelijke bewoners gebukt onder armoede. Vaak hebben ze geen andere keuze dan te werken op zo’n plantage.

De resten van uitgeperste palmvruchten worden vaak gedumpt in nabijgelegen rivieren. Hier gaan ze rotten, waardoor ze voor een zuurstoftekort en daarmee vissterfte zorgen. Hierdoor worden de voedselvoorziening en inkomsten van de bevolking nog verder beperkt. Methaan dat vrijkomt uit het afvalwater heeft daarnaast ook een nadelig effect op het klimaat.

Niet alleen in de buurt van de plantages, maar ook op veel grotere afstanden zijn de gevolgen van de bosbranden merkbaar. De as blijft in droge seizoenen lange tijd in de lucht hangen. Dit leidt bij veel mensen tot ademhalingsproblemen en soms zelfs tot doden. Daarnaast ontstaat er economische schade door het uitvallen van vluchten, het wegblijven van toeristen en winkels en scholen die gesloten moeten blijven. De rookoverlast vanuit Indonesië reikt zelfs tot aan Singapore en Kuala Lumpur, waardoor zij het land onder druk zetten om de bosbranden aan te pakken.

Corruptie, geweld en illegale praktijken

Door de grote opbrengst en groeiende vraag is de palmoliehandel nogal lucratief. Zowel lokale als landelijke machthebbers hebben vaak belang bij het financiële succes van deze handel. Officiëel is het afbranden van regenwoud illegaal, maar afgezien van enkele arrestaties en veroordelingen voor illegale bosbranden grijpt de Indonesische overheid niet in. De palmoliebedrijven beweren dat zij geen bos afbranden, maar dat de branden ontstaan door illegale praktijken of als gevolg van uit de hand gelopen brandjes van kleine boeren.

Bij de ontbossing ontstaan ook vaak conflicten tussen de lokale bevolking en de grote palmoliebedrijven. Deze conflicten lopen meestal uit op geweld en gaan dan gepaard met vele gewonden en zelfs doden.

Stropers maken gebruik van de ontbossing door waardevolle dieren te verzamelen en deze via de illegale markt te verkopen.

orang oetanAfbeelding van Martin Sonneveldt

Slechte arbeidsomstandigheden en kinderarbeid

Eind november 2016 bleek via een rapport van Amnesty International dat palmolieproducent Wilmar zijn arbeiders dusdanig onder druk zet dat ze vaak werken met lichamelijke klachten. Ook worden ze blootgesteld aan giftige stoffen en krijgen vrouwen geen vast contract. Om aan de hoge eisen te voldoen nemen sommige werknemers hun kinderen mee om te helpen, waardoor deze niet naar school kunnen en op jonge leeftijd al zwaar fysiek belast worden.

De grote bedrijven die palmolie afnemen van Wilmar worden door Amnesty onder druk gezet om de herkomst van deze onverantwoorde olie kenbaar te maken aan hun klanten en stappen te nemen richting betere alternatieven.

Duurzame palmolie bestaat niet

De Roundtable of Sustainable Palm Oil (RSPO) geldt sinds 2004 als een wereldwijde standaard voor duurzame palmolie. In 2015 zou 84% van de palmolie verwerkt in Nederlandse producten duurzaam zijn. De olie komt bijna volledig uit Indonesië en Maleisië, maar vanwege de handel in verschillende soorten certificaten is de precieze afkomst van palmolie meestal niet meer te traceren. Goed gecertificeerde olie vindt vaak niet de weg naar de markt, waardoor het certificeren financieel ontmoedigd wordt.

Door inmenging van de palmolieindustrie zijn de criteria van de RSPO zeer minimaal gebleven. Door de zelfregulerende structuur worden overtredingen vrijwel altijd door de vingers gezien. Zelden leidt een overtreding tot een schorsing, waardoor ‘duurzame’ palmolie niet gegarandeerd vrij is van illegale bosbranden en kinderarbeid.

Het keurmerk van de RSPO had een eerste stap moeten zijn naar echt duurzame olie, maar kan die ambities vanwege belangenverstrengeling vooralsnog niet waarmaken. Zolang er ongecontroleerd regenwoud blijft verdwijnen, is er geen sprake van duurzame productie. De RSPO moet ondersteund worden door middel van wetgeving, zodat juridische sancties opgelegd kunnen worden. Ook vinden ze dat de grote fabrikanten van levensmiddelen en verzorgingsproducten die veel palmolie afnemen, meer invloed kunnen uitoefenen door beter gecertificeerde palmolie te eisen.

Je eigen gezondheid

Palmolie bevat meer verzadigde vetzuren dan de meeste andere plantaardige oliën namelijk zo’n 48% tegenover 14% in olijfolie. Alleen kokosolie bevat met 85% meer verzadigde vetzuren. De consumptie van palmolie wordt daarom niet aanbevolen door het Voedingscentrum.

Hoewel ik denk dat kleine hoeveelheden palmolie niet per se schadelijk voor onze gezondheid hoeven te zijn, schijnt zo’n 42% van onze olieconsumptie uit palmolie te bestaan. Om de kans op hart- en vaatziekten te verkleinen, zal het dus verstandig zijn om een aanzienlijk deel te vervangen door oliën die minder verzadigde vetzuren bevatten.

Hoe kunnen we het gebruik vermijden?

Hoewel palmolie een veel hogere opbrengst per hectare heeft dan andere oliën en hiermee een logische kandidaat is om aan de groeiende vraag te voldoen, veroorzaakt de ongecontroleerde productie ervan enorme ecologische, sociologische en economische schade. Zoals bij de Europese raapzaad-, zonnebloem- en olijfolie zouden we moeten kunnen achterhalen onder welke omstandigheden palmolie geproduceerd wordt.

Zolang de RSPO er samen met overheden en grote palmolieafnemers niet in slaagt om betrouwbare duurzame palmolie op de markt te brengen, blijft er voor consumenten geen andere optie dan te kiezen om wel of geen palmolie te kopen. Bij het (massaal) ontwijken van palmolie voelen de fabrikanten van levensmiddelen en verzorgingsproducten en via hen ook de palmolieproducenten zelf hopelijk een grotere noodzaak tot drastische maatregelen. Maar als palmolie in zoveel producten verwerkt is, waar moet je dan op letten?

Weten in welke producten je palmolie kan verwachten

Allereerst is het belangrijk om te weten wat palmolie is. De olie die uit de vrucht gewonnen wordt, bestaat deels uit vloeistof en deels uit vaste stof. Palmvet is in feite dus ook palmolie, maar bevat nog meer verzadigde vetzuren, waardoor het harder is. Uit de olie kunnen vervolgens ook nog specifieke chemische verbindingen gewonnen worden zoals bijvoorbeeld ook bij fossiele olie en kokosolie gebeurt. Zowel de vloeibare olie, het hardere vet als de geïsoleerde verbindingen vinden we terug in de producten in onze supermarkten.

Zo’n 50 à 60% van ons samengestelde voedsel bevat palmolie. Het is te verwachten in producten met plantaardige oliën, al dan niet ter vervanging van dierlijke vetten, zoals mayonaise, koekjes, snoep, margarine, kant-en-klaarmaaltijden, chocolade, pindakaas, gebak, pizza et cetera. Vooral voedingsmiddelen van huismerken bevatten vaak palmolie. Biologische producten zijn niet per definitie vrij van palmolie.

Daarnaast is palmolie vaak het hoofdbestanddeel van bijvoorbeeld shampoo, andere verzorgingsproducten, schoonmaakmiddelen en kaarsen. Dit geldt naast de huismerken ook voor vrijwel alle A- en B-merken.

Weten onder welke namen palmolie schuil gaat

Volgens Europese wetgeving moet de oorsprong van plantaardige oliën tegenwoordig aangeduid worden op voedingswaren. Op het etiket zal dus altijd palm(pit)olie of palmvet staan indien dit er in verwerkt zit.

Bij producten die niet onder voedingsmiddelen vallen, wordt het een stuk lastiger. Zo wordt bijvoorbeeld in shampoo bijna altijd de chemische verbinding sodium laureth sulfate gebruikt en – waarschijnlijk vanwege de omstreden naam van palmolie – wordt ervoor gekozen om alleen de naam van de verbinding op het etiket te zetten. Dezelfde verbinding wordt overigens ook wel eens uit andere soorten olie gewonnen, maar wat het oorspronkelijke soort olie was is niet af te leiden aan het etiket.

Voor schoonmaakmiddelen wordt het nog lastiger, want daar staan alleen overkoepelende begrippen op zoals anionogene en niet-ionogene oppervlakte-actieve stoffen. Een groot deel van deze stoffen zijn ook weer mogelijke palmoliederivaten.

Op palmolie.info staat een uitgebreide lijst aan mogelijke benamingen die kunnen duiden op het gebruik van palmolie. Om er zeker van te zijn om geen palmolie te kopen, zul je al deze ingrediënten moeten vermijden.

Weten welke producten palmolie-vrij zijn

Inmiddels heb ik zelf een lijst opgesteld met producten die palmolievrij zijn. In elke categorie zijn namelijk wel alternatieven te vinden, maar het helpt als je ze niet allemaal zelf hoeft te zoeken. Twijfel je over een bepaald product? Zoek op internet naar de productnaam in combinatie met palmolie en je hebt meestal snel duidelijkheid.

Maak het jezelf makkelijk

De eerste keren dat ik naar de supermarkt ging, nadat ik mezelf had voorgenomen om palmolie te vermijden, ben ik er helemaal vergeten om op te letten. Ik heb er gewoon echt niet aan gedacht. Toen ik later een boodschappenlijstje schreef en toen toevallig wel even aan palmolie dacht, heb ik heel groot ‘palmolie’ bovenaan het boodschappenlijstje geschreven. Elke keer als ik op het lijstje keek, gaf ik mezelf weer een herinnering en dat werkte uitstekend. Nu alleen nog onthouden dat ik dat elke keer weer op mijn lijstje schrijf of eraan denk ik als ik geen lijstje maak.

Het lijkt onbegonnen werk, maar als je boodschappen vooral uit verse producten bestaan, blijft er weinig over waar je op moet letten. Groente en fruit hoef je alvast niet over na te denken wat palmolie betreft. Qua bewerkte of samengestelde producten is er aantal dat ik vaak koop, dus daar ga ik eerst even goed naar kijken door de keukenkastjes in te duiken. Onze vertrouwde muesli en pindakaas bevatten palmolie. Hoewel we bouillonblokjes, bladerdeeg en onze favoriete diepvriespizza niet zo heel vaak gebruiken, bevatten deze ook palmolie of palmvet. De mayonaise, mosterd en alle andere sauzen in onze koelkast zijn allemaal palmolievrij. Ook het brood, de crackers, toastjes, currypasta, hagelslag, chocolade, chips en tortilla’s die we momenteel in huis hebben bevatten geen palmolie.

In de badkamer blijkt de palmolie wat aanweziger te zijn. Het zit echt bijna overal in en omdat het woord ‘palm’ op geen enkel etiket voorkomt, heb je dat pas door wanneer je alle ingrediënten natrekt. Ik ben wel van plan om die producten gewoon eerst helemaal op te maken. Dat geeft me nog genoeg tijd om uit te zoeken of de shampoo van Lush naast de palmolievrije zeepbasis – en ondanks verontrustende geruchten van bedrog – verder geen sporen van palmolie meer bevat. Ik hoop op een goede uitslag, want uit ervaring weet ik dat de shampoo bar uitermate multifunctioneel is. [Update: lees hoe het ervoor staat in Zijn de producten van Lush nou wel of niet volledig palmolievrij?]

De glycerine in mijn tandpasta en deodorant is mogelijk ook van palmolie, maar ik vrees dat een alternatief voor die tandpasta nog wel eens lastig kan gaan worden. Daar moet ik nog even voor ten rade bij Google.

Alle schoonmaakmiddelen zijn ook verdacht. De enige oplossing is om navraag te doen bij fabrikanten of om het zelf te gaan maken.

Nu weet ik in ieder geval voor welke producten ik een alternatief moet zoeken en kost het me niet zoveel moeite meer als ik in het vervolg gewoon die alternatieven koop. Daarna hoef ik alleen nog maar op te letten bij producten die ik niet zo vaak koop.

Kunnen we verder nog iets doen tegen palmolie?

Alle palmolie vervangen door andere plantaardige olie zal er waarschijnlijk toe leiden dat er nog veel meer land nodig is. Permanent uitbannen van palmolie zal dan ook niet het doel moeten zijn. Het is van belang dat er snel flinke stappen worden ondernomen richting écht duurzame palmolie.

Naast door een signaal af te geven middels je aankopen en anderen te vertellen over de problemen van de huidige palmolieproductie, kun je palmolieproducenten en fabrikanten van de voedings- en verzorgingsproducten verder onder druk zetten door ze aan te spreken op hun beleid.

Praat over het probleem van palmolie

Aangezien de meeste mensen niet weten wat de problemen met palmolie zijn, zullen de meesten ongemerkt producten met palmolie in hun boodschappenkarretje gooien. Tot heel kort geleden had ik zelf ook alleen maar vaag ergens in mijn achterhoofd hangen dat er iets aan de hand was met die palmolie zonder te weten wat dat precies was en hoeveel ik er zelf van kocht. Dankzij verhalen van vrienden ben ik pas op onderzoek uitgegaan en denk dat het van groot belang is dat er meer bekendheid over komt. Dit zal weer helpen bij het volgende punt.

Producenten aanspreken op hun palmoliegebruik

De palmolieproducenten zijn voor ons lastig te bereiken, maar we kunnen wel de fabrikanten van de voedings- en verzorgingsproducten om opheldering vragen. Met dank aan social media moeten bedrijven tegenwoordig openbaar met de billen bloot, dus daar kunnen we mooi gebruik van maken.

Hoewel ik zelf palmolievrije pindakaas kan gaan zoeken, valt er waarschijnlijk veel meer winst te behalen als we de pindakaas-grootmachten kunnen overtuigen om zelf over te schakelen naar andere oliën of om echt duurzame palmolie te eisen van hun leveranciers. Vooralsnog krijg ik alleen slechte smoesjes van Calvé Pindakaas, maar wie weet is het een beginnetje.

Petities ondertekenen

Om milieuorganisaties te steunen in hun strijd voor betere omstandigheden, kun je hun petities ondertekenen. Zo worden er regelmatig petities opgezet die gericht zijn aan palmolieproducenten, multinationals en overheden. Hou de actiepagina’s van bijvoorbeeld Milieudefensie en Greenpeace in de gaten voor actuele petities.

Dit denken jullie ervan

  1. Pingback: Twee duurzame onderwerpen waar ik meer mee wil doen - KouweKleren

  2. Ik heb het al meerdere keren voorbij zien komen en jij hebt me er ook al vaker op gewezen, maar echt weten wat het palmolie probleem was deed ik niet. Dankjewel voor je uitgebreide blog hierover! Ik ben blij hem eindelijk eens helemaal gelezen te hebben. Ik ga de lijst van palmolie.info er eens bij houden in mijn zero-waste badkamer poging (om mee te beginnen).

    1. Astu! Ik had vorig jaar precies hetzelfde. Wel weten dat ‘er iets aan de hand is’ met die palmolie, maar het drong pas echt tot me door toen ik dit artikel ging schrijven. Doe je ook mee aan de palmolievrij challenge in november? Jij maakt al veel zelf, dus dan kun je vast nog anderen helpen ook 🙂

        1. Yes, wat goed! Gewoon stap voor stap mee aan de slag hoor. Ik heb de juspoeder en bouillonblokjes met palmolie ook nog altijd niet op 😉

  3. Pingback: Pindakaas en palmolie... hoe zit het nu eigenlijk? | Simone's Kitchen

  4. Ontzettend veel dank voor deze duidelijke en schrikbarende uitleg. Ik was al begonnen palmolie de mijden maar nu weet ik het zeker. Ik ga toenemend stoppen met het gbruik hiervan want dit is zó erg

  5. Ik lees over pindakaas met palmolie… maar juist pindakaas hoeft helemaal geen toegevoegde vetten te bevatten! Biologische pindakaas (ook gewoon te koop bij bv. de AH) bevat alleen maar pinda’s. En die is nog eens veel lekkerder ook!

    1. Helemaal mee eens! Mensen zeggen vaak dat we wel palmolie moeten gebruiken omdat de opbrengst veel hoger is dan bij andere oliën, maar er zijn zoveel producten waarin het helemaal niet nodig is. Dan vermijd ik het maar al te graag.

  6. VRESELIJK ! i d d je hoorde er wel van maar hoe het nou precies zat ?? Een duidelijk verhaal. Bizar en triest , er moet héél snel iets gebeuren voordat er geen leven meer op aarde is. Ik ben begonnen met delen van informatie , en ben radicaal gestopt met gewoon boodschappen doen, nu lees ik alle etiketten,een flinke klus maar o k , ALLES waar palmolie inzit (en soja hetzelfde verhaal ivm regenwouden) koop ik dus nooit meer . Mijn piep kleine bijdrage aan de regenwouden.

    1. Dat had ik een paar terug precies zo. Eerst niet precies weten wat ermee aan de hand is, maar zodra je er meer over leest meteen ermee willen stoppen. Goed dat je de moeite neemt om etiketten te lezen. Als je eenmaal weet welke producten je kan kopen, kost het je straks niet zoveel moeite meer. Alleen cosmetica is wel echt lastig.

      Misschien weet je het al, maar de meeste soja gaat naar veevoer en een koe heeft zo’n tien kilo soja nodig voor een kilo vlees. Wat dat betreft kun je dus beter zelf die soja eten in plaats van vlees. Voor soja die niet als veevoer gebruikt wordt, wordt voornamelijk duurzaam produceerde soja gebruikt (dat is bij soja een stuk betrouwbaarder dan bij palmolie) en voor steeds meer vleesvervangers wordt soja gebruikt die in Europa verbouwd wordt en waarbij geen ontbossing plaatsvindt. Voor ontbossing hoef je dus niet per se alle soja te vermijden.

  7. Pingback: Twee duurzame onderwerpen waar ik meer mee wil doen - KouweKleren

Comments are closed.